te Utrecht
De romaanse Pieterskerk van Utrecht behoort tot de belangrijkste
romaanse gebouwen van Nederland.
Bisschop Bernold
is de stichter, het is de kerk die het oosteinde van zijn
kerkenkruis
vormt. Hij staat op een
muurschildering
afgebeeld als stichter en hier vond hij ook zijn laatste rustplaats.
De kerk werd vermoedelijk in 1048 ingewijd.
Het gebouw is - uiteraard - opgetrokken uit
tufsteen.
Het
romaanse
karakter is aan de buitenzijde onder meer herkenbaar aan de
rondboognissen
in de gevels.
Het interieur wordt gekenmerkt door de
rondbogige
scheiboogarcade
op in totaal tien rode zandstenen
zuilen
met
teerlingkapitelen.
De driebeukige
crypte
heeft
graatgewelven
op zes zuilen met teerlingkapitelen.
De
zuilschachten
zijn rijk bewerkt en mede daardoor is de overeenkomst met de crypte in
Deventer
duidelijk,
beide hebben dezelfde bouwheer.
Het westfront had
twee torens,
maar deze gingen verloren bij de
orkaan van 1674;
de huidige gevel werd in 1677 gebouwd naar ontwerp van Gijsbert Th. van Vianen.
Ook de romaanse
kloostergang
aan de zuidzijde bleef niet bewaard.
De koorsluiting van het hoofdkoor is aan de buitenzijde veelhoekig,
aan de binnenzijde halfrond, voorzien van
uitgeschulpte nissen.
Deze zijn niet goed meer herkenbaar en door de
gotische modernisering, waarbij de vensters vergroot werden en de gewelven vervangen.
Het zuidkoor werd eveneens in de 14e eeuw vervangen door de huidge Dekenkapel.
Het romaanse noordkoor is wel gaaf bewaard gebleven met een schildering in de halfkoepel
van de absis.
De grootste schat van de kerk vormen de vier romaanse
reliëfs,
die in 1965 onder de vloer gevonden werden.
Ze staan opgesteld als borstwering van de hoogkoor, vermoedelijk de oorspronkelijke plaats.
Dit beeldhouwwerk behoort tot de Maaslandse School (evenals de kapitelen van de
Onze-Lieve-Vrouwekerk
en de
Sint-Servaas
van Maastricht). Ze vertellen, heel beknopt, het verhaal van het
Lijden en de Opstanding van Christus.
Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Ada van Deijk